Sociale Dienst - Schoolbeleidsplan KW IBIS

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Sociale Dienst

Algemeen
 







Sinds 1 september 2003 heeft de sociale dienst haar eigen huis. De aparte locatie voor de sociale dienst biedt een meerwaarde aan de werking.  Belangrijk hierbij is dat er ruimte is om leerlingen en ouders op een discrete manier te ontvangen. De ligging van het huis is ideaal. De achterkant geeft uit op de speelplaats zodat we gemakkelijk bereikbaar zijn voor de jongens. Aan de straatkant kunnen we ons duidelijk identificeren naar de buitenwereld toe. 

Een aparte huisvesting van de sociale dienst is een voordeel voor de jongens zelf, in die zin dat zij de sociale dienst als een rustpunt mogen beschouwen. Zij komen op de eerste plaats en wij proberen hen zo goed mogelijk op te vangen, zowel voor medische als emotionele problemen. Bij een negatieve ervaring (tijdens het weekend of op school), bij een conflict, of wanneer zij zich niet goed voelen, kunnen ze bij ons tot rust komen en hun hart luchten.


Ondersteuning van kinderen en jongeren
De sociale dienst wordt dagelijks geconfronteerd met zeer uiteenlopende persoonlijke items.  Het is onontbeerlijk om deze met de nodige discretie te behandelen.  De sfeer waarin een vraag gesteld, of een gesprek gevoerd wordt, is belangrijk.  De betrokkenen moeten zich er “veilig” voelen.  De contacten met de IBIS-jongens, hun ouders of personen die hun opvoeding aanbelangt, andere hulpverleners en collega’s die een situatie over een bepaalde jongen wensen te bespreken, hebben voordeel bij deze privacy.

De sociale dienst van IBIS vervult een brugfunctie tussen de verschillende elementen uit de leefwereld van de jongeren : het schoolmilieu, het vrijetijdsmilieu (op school en thuis), de ouders en de eventuele externe betrokken diensten (hulpverleners of zorgverstrekkers).

Door een hoge graad van beschikbaarheid en aanwezigheid zorgt dit voor meer mogelijkheden inzake acutere ondersteuning.  Bij conflictsituaties heeft de maatschappelijk assistente een ventilatiefunctie.  De jongens krijgen de gelegenheid om hun hart te luchten, de thuissituatie uiteen te zetten.  Op die manier wordt meer ruimte geschapen om een vertrouwensrelatie op te bouwen.

Het is dan ook één van de grote uitdagingen voor de sociale dienst om de jongens te blijven stimuleren, motiveren en ondersteunen in het opgroeiingsproces dat zij doorlopen.  De jongens worden vanuit de instelling ondersteund op pedagogisch, educatief, sociaal en medisch gebied en het is aan de sociale dienst om hier een coördinerende rol in te spelen.  Vanuit de centrale positionering hebben wij immers het meest brede en genuanceerde beeld van het kind.

In het algemeen trachten we de kwaliteit van de opvolging van de jongens te verhogen.  Dit uit zich onder meer niet alleen in het nauwgezetter bijhouden van de dossiers maar het effectief aanpakken en opvolgen van problemen en zoeken naar de beste oplossing in het belang van het kind.


Ondersteuning van ouders

Daarnaast is de ondersteuning van de ouders een belangrijk aspect van onze werking. Heel wat ouders ondervinden moeilijkheden bij het uitoefenen van de opvoedingstaak en kunnen extra ondersteuning goed gebruiken.  We voelen dan ook aan dat vele ouders op dat vlak meer verwachten van IBIS.
De drempel naar hulpverlening is soms te hoog.  Meegaan naar de betrokken dienst en aanwezig zijn bij een eerste gesprek maakt het voor de ouders soms gemakkelijker.  De aanvaarding dat er hulpverlening nodig is, kan ook een hinderpaal zijn.  Wij proberen door een gesprek deze hinderpaal te omzeilen in het belang van het kind.

Wekelijkse contacten op vrijdagavond bij het afhalen van de jongens zijn heel belangrijk.  De ouders kunnen altijd informeren naar het verloop van de week op school en eventuele moeilijkheden thuis of op school kunnen gemeld worden. Deze vragen en opmerkingen worden dan op maandag in de coördinatievergadering besproken.


Samenwerking met externen

Door de profilering van het sociaal huis als uitvalsbasis van de sociale dienst is het ook voor de externe hulpverleners (thuisbegeleiders, Comité voor Bijzondere Jeugdzorg, therapeuten, politie, …) duidelijk waar ze terecht kunnen voor overleg of vergaderingen.

Op het vlak van de externe contacten streven we een actieve betrokkenheid na in het hulpverleningsnetwerk van jongeren.  Door het brede beeld dat de werker heeft, levert dit een wezenlijke bijdrage in de multidisciplinaire besprekingen met het kind en de verschillende betrokken (hulpverlenings)organisaties.  De ervaring die men opbouwt met externe actoren is belangrijk om de meest efficiënte hulpverlening of argumentatie aan te spreken.


 
 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu